Skip to main content

Investeringsaftrek

De investeringsaftrek is een premie op het investeren in de onderneming. De regeling leidt tot een aftrekpost op het belastbaar inkomen ter grootte van een percentage van de investering. De hoogte van het percentage is ook weer afhankelijk van de winst. In de meeste gevallen bedraagt het percentage nu 28%. Stel: je hebt een winst van € 10.000 en je hebt investeringen gedaan tot een bedrag van € 3.000. Je inkomen wordt nu verminderd met 28% van € 3.000 ofwel met € 840. Je zou kunnen zeggen dat dankzij deze premie de investering iets goedkoper wordt. 

Ondernemerschap 
Deze premieregeling geldt alléén als je voldoet aan de voorwaarden voor het zelfstandig ondernemerschap. Wie door de belastingdienst wordt beschouwd als genieter van resultaat uit werkzaamheden kan de investeringsaftrek niet toepassen. Je hoeft niet te voldoen aan het zogenaamde urencriterium voor de ondernemersaftrek om investeringsaftrek te kunnen krijgen. Voor sommige investeringen geldt géén aftrek De belangrijkste uitzonderingen zijn: woonhuizen, grond, dieren, personenauto’s die niet bestemd zijn voor beroepsvervoer effecten, vorderingen, goodwill, rechten en publiekrechtelijke vergunningen, bedrijfsmiddelen die zijn bestemd voor verhuur of voor gebruik in het buitenland en bedrijfsmiddelen die minder dan € 450 per stuk kosten 

Grenzen
Je krijgt geen investeringsaftrek wanneer het totale investeringsbedrag minder is dan € 2.400. Vervolgens een investeringsaftrek van 28% wanneer het totale investeringsbedrag meer is dan € 2.400 en minder is dan € 58.238. Een investeringsaftrek van 15.470 wanneer het totale investeringsbedrag meer is dan € 58.238 en minder is dan € 107.848 en telkens een wat lagere investeringsaftrek naarmate het investeringsbedrag hoger is dan € 102.311. Vanaf een investering van € 323.544 is de aftrek € 0. 

Desinvesteringsbijtelling 
Het kan voorkomen dat je binnen 5 jaar na het doen van een investering, deze investering weer verkoopt. Dat kan er toe leiden dat je de aanvankelijk genoten investeringsaftrek voor een deel moet corrigeren. Dat hoeft echter alleen wanneer de totaal bedrag van de opbrengsten bij verkoop méér bedraagt dan € 2.400. De correctie is gelijk aan het aanvankelijk genoten percentage voor de investeringsaftrek, nu echter berekend over het bedrag van de verkochte investering. Voorbeeld Stel, je hebt een camera gekocht van € 4.000 waarover je een investeringsaftrek hebt gevraagd van 28%. Je verkoopt hem twee jaar later voor € 2.000, en je hebt geen andere desinvesteringen. In dat geval hoef je geen desinvesteringsbijtelling toe te passen, omdat immers de verkoopopbrengst beneden de € 2.400 blijft. Stel nu dat je naast deze desinvestering ook nog andere investeringen uit het verleden van de hand doet; bij voorbeeld nog een camera waarvoor je vijf jaar geleden € 5.000 hebt betaald en waarvoor je een aftrek van eveneens 28% hebt genoten. Je verkoopt deze voor € 1.000. De verkoopopbrengsten zijn nu in totaal € 3.000, dus méér dan € 2.400. De correctie op de investeringsaftrek (desinvesteringsbijtelling) bedraagt nu: 28% over € 2.000 plus 28% over € 1.000, ofwel € 840. 

In welk jaar investeringsaftrek? 
Voor de investeringsaftrek geldt de wettelijke eis dat je verplichtingen bent aangegaan voor de investering. Verplichtingen aangaan betekent dat je je hebt verbonden tot afname en betaling van de investering, zonder voorbehoud. Stel, je bestelt een machine van € 5.000 in december. Hij zal worden geleverd in het daarop volgende jaar. In december krijg je een orderbevestiging. Maar pas in februari wordt de machine geleverd en krijg je de factuur uitgereikt en je betaalt deze. In dit geval heb je pas in het nieuwe jaar recht op investeringsaftrek. 

Toch niet?
Maar wanneer de investering achteraf niet doorgaat? Het kan zijn dat de investering niet doorgaat omdat bijvoorbeeld de levering veel te laat is, of de investering voldoet achteraf niet aan de verwachtingen. Dan heb je in dit voorbeeld toch recht op investeringsaftrek voor zover er betaald is. Echter, wanneer vóór het afsluiten van de balans en verlies- en winstrekening al bekend is dat de afname niet doorgaat, mag je de investeringsaftrek niet toepassen. Wanneer pas later, nadat de balans en verlies- en winstrekening zijn afgerond, blijkt dat de investering moet worden teruggedraaid, moet de investeringsaftrek worden 'teruggedraaid' via de regeling voor 'desinvesteringsbijtelling'.