Bron van inkomen
Wanneer je twijfelt of je inkomsten moet aangeven voor de inkomstenbelasting, moet je eerst een fundamentele vraag beantwoorden: is er sprake van een bron van inkomen? Als er géén bron is dan zijn inkomsten onbelast en kennen ze geen plek in de inkomstenbelasting. Wat is nu een bron? Er is sprake van een bron van inkomen als de inkomsten verkregen worden op grond van de volgende 3 voorwaarden:
- Er wordt deelgenomen aan het economisch verkeer;
- Het daaruit voortkomende voordeel wordt beoogd;
- Dat voordeel is redelijkerwijs te verwachten.
Aan alle drie van deze voorwaarden moet worden voldaan om te kunnen zeggen dat er een bron van inkomen is. Wat is hiervan het belang? Wanneer je inkomsten hebt die niet als bron van inkomen worden gezien, hoef je er géén inkomstenbelasting over te betalen. Wanneer je negatieve inkomsten hebt mag je ze alléén aftrekken wanneer ze voortkomen uit een bron van inkomen.
In beide gevallen is het van belang om goed vast te stellen of aan de hiervóór genoemde voorwaarden wordt voldaan.
Voorbeelden van concrete situaties:
1. Als je in loondienst bent, krijg je voor je werk een beloning op grond van een arbeidsovereenkomst. Werkzaamheden verrichten voor een ander tegen een vergoeding is deelname aan het economisch verkeer, zeker als daarvoor een overeenkomst bestaat. Je beoogt daarmee loon, en op grond van die overeenkomst kun je redelijkerwijs verwachten dat je dat loon zult krijgen. Loon uit dienstbetrekking is dus vrijwel altijd een bron van inkomen.
2. Je teelt groenten en fruit in je eigen tuin. Zoveel dat je daarvoor bijna geen winkel meer nodig hebt. Dat is een voordeel, je beoogt dat voordeel, en het is ook redelijkerwijs te verwachten. Maar je neemt geen deel aan het economisch verkeer om dat voordeel te behalen. Er is dus géén bron van inkomen, dus je voordeel wordt niet belast.
3. Je houdt bijen in je eigen tuin. Je oogst jaarlijks zo'n 25 kilo honing, die je zelf gebruikt, weggeeft in de familie en aan de buren omdat die toestemming hebben gegeven voor je bijenhobby. Je plaatst een bord in de tuin dat je honing te koop hebt, en je staat ook wel eens op een manifestatie of dorpsfeest met een bakfiets en een voorraad honing. Is de opbrengst dan belast voor de inkomstenbelasting? Neem je deel aan het economisch verkeer? Ja. Beoog je voordeel? Ja, al is het maar om de kosten te drukken. De opbrengst is meestal niet hoger dan de kosten. Is voordeel redelijkerwijs te verwachten? Misschien, maar dan moet je méér bijenvolken hebben en méér tijd besteden. Bovendien heb je kans op pech omdat de bijenstand sterk lijdt onder pesticiden en afnemende diversiteit in de natuur. Het te verwachten voordeel is dus volstrekt onzeker. Er is daarom geen sprake van een bron van inkomen, maar van een hobby.
4. Je bent in je vrije tijd beeldend kunstenaar. Je maakt mooi werk, maar verkoopopbrengst is er zelden. Je legt je daarbij neer, en blijft enthousiast doorwerken in je eigen atelier. Je exposeert regelmatig, zelfs op verzoek. Maar aan verkoopactiviteiten doe je weinig. Je hebt voldoende overige inkomsten van jezelf en van je partner dus je hoeft niet zo nodig. Je hobby kost je jaarlijks zo'n € 1.000. Je hebt die nooit in je belastingaangifte verwerkt. Ineens, na vele jaren, wordt je werk gevraagd voor het illustreren van een boek, en dat gaat inkomsten opleveren in de vorm van beeldrechten. De inkomsten zijn afhankelijk van de uiteindelijke oplage van het boek, maar het levert je vermoedelijk toch enkele tienduizenden euro's op. Zijn die inkomsten belast? Deelname aan het economisch verkeer? Ja. Beoog je dat voordeel? Tja..... Je zegt er géén nee tegen, maar je praktijk als beeldend kunstenaar was er niet op gericht om dit voordeel na te streven. Het wordt je min of meer in de schoot geworpen. Is voordeel redelijkerwijs te verwachten? Tja........ Voor dit ene boek wèl, maar dat is incidenteel. Er is geen duidelijke reden om aan te nemen dat zich deze gebeurtenis herhaalt. Wij zouden in dit geval stellen dat er géén sprake is van een bron van inkomen. In de eerste plaats is het beogen van dit voordeel twijfelachtig. De toekomstige inkomsten zijn volstrekt onzeker. En bovendien is deze eenmalige opbrengst niet hoger dan het totaal van de kosten die je in al die jaren hebt gemaakt. Wij zijn van mening dat er geen inkomstenbelasting moet worden betaald over deze opbrengst.
5. Je verbouwt je eigen huis, en je verkoopt het vervolgens voor een bedrag dat veel hoger is dan het je gekost heeft. Het voordeel was beoogd, en redelijkerwijs te verwachten, maar is dit deelname aan het economisch verkeer? Nee, want het is een incidentele gebeurtenis. Maar, geïnspireerd door dit succes met je eigen woning koop je een tweede oude woning op een veiling, moderniseert die en je verkoopt hem met winst. Wéér succes. Daarna koop je een derde woning en het herhaalt zich: opnieuw een hogere opbrengst. Nu moet je gaan oppassen. Je bent bezig met het winstgericht en winstgevend deelnemen aan het economisch verkeer. Je gaat nu voldoen aan alle drie de genoemde voorwaarden. En dat betekent dat je de verkoopwinsten moet aangeven voor de inkomstenbelasting in box 1 onder de noemer 'resultaat uit werkzaamheden'.
Conclusies
Iedere situatie is anders en daarom is het van belang dat je goed nadenkt over de vraag of je met je activiteiten aam de drie genoemde voorwaarden voldoet. Wanneer je niet aan die voorwaarden voldoet kan de consequentie zijn dat je inkomsten niet hoeft aan te geven. Maar het gevolg daarvan is óók dat je geen recht hebt om een verlies uit je activiteiten als negatieve inkomsten in de belastingaangifte op te nemen. De belastingdienst stelt zelden vragen wanneer je positieve inkomsten aangeeft, maar wanneer je niet zo vaak positieve inkomsten aangeeft en daarentegen regelmatig verliezen verwerkt, wordt al gauw de vraag gesteld of er wel een bron van inkomen is. Het probleem doet zich vooral voor bij de vraag of er winst uit onderneming wordt behaald of resultaat uit overige werkzaamheden. Immers, bij beide soorten inkomsten kunnen er verliezen optreden. Als die verliezen of negatieve inkomsten zich vaak of structureel voordoen roept dat de vraag op of die verliezen het overig belastbaar inkomen mogen verminderen. In belastingjargon heet dat: 'de bron wordt ter discussie gesteld'.
Belastingcontrole
Hoe wordt de beoordeling gedaan? Uit de voorbeelden kun je opmaken dat voorwaarde 1, deelname aan het economisch verkeer, vooral beoordeeld wordt met de vraag of de activiteiten structureel of incidenteel worden verricht. Ook de vraag of je het voordeel behaalt bij willekeurige derden of alléén in een beperkte kring van vrienden kan daarbij aan de orde komen. Voorwaarde 2, het beogen van voordeel, is een subjectief criterium. Dat betekent dat dit beogen van voordeel kan blijken uit verklaringen of uit het gedrag van degene die de werkzaamheden verricht. Uit reclame maken of uit het hanteren van tarieven of enigszins vaste prijzen blijkt al gauw dat voordeel wordt beoogd. Ook uit een regelmatige en georganiseerde tijdsbesteding kan het beogen van voordeel worden afgeleid. Voorwaarde 3, het redelijkerwijs kunnen verwachten van voordeel, is een objectief criterium. Dat betekent dat uit feiten moet blijken dat er een kans is op structureel voordeel. Structureel voordeel wil zeggen dat afgezien van incidentele of bijzondere omstandigheden, de activiteit tot voordeel zouden moeten leiden. Wanneer bijvoorbeeld degene die activiteiten verricht daarmee € 15.000 opbrengsten zou kunnen behalen bij een gebruikelijke tijdsbesteding, en daarvoor normaal gesproken zo'n € 12.000 aan kosten zou moeten maken, is er een redelijkerwijs te verwachten winst van ongeveer € 3.000. Dan zal over de jaarlijkse winst belasting moeten worden betaald. Maar als in de eerste jaren van deze activiteiten deze opbrengsten nog niet gehaald worden omdat er eerst een koperskring moet worden opgebouwd, leidt dat tot verlies. Dat verlies is incidenteel aanloopverlies, en mag geen rol spelen bij de beoordeling van de redelijke winstverwachting op langere termijn. Het tijdelijk verlies is dus aftrekbaar. Ook wanneer een redelijke winstverwachting niet gehaald wordt omdat degene die de activiteiten uitvoert tijdelijk arbeidsongeschikt is geworden, is dat niet onmiddellijk een reden om aan de redelijke winstverwachting te twijfelen. Maar wanneer er keer op keer verlies wordt geleden omdat degene die de activiteiten verricht niets doet aan werving, maar wèl hoge kosten maakt die zonder die werving nooit terugverdiend zouden worden, zodat daardoor structureel verlies wordt geleden, is er niet vol te houden dat er een bron van inkomen is. De beoordeling in twijfelgevallen is dus erg lastig, en kan aanleiding geven tot heftige discussie met de belastingdienst.
Verschil van inzicht
In zo'n heftige discussie kunnen beide partijen, de belastingdienst en de zelfstandige, allebei in valkuilen lopen in de veronderstelling dat ze het gelijk aan hun zijde hebben. De zelfstandige die alsmaar verlies maakt en dat niet weet te keren zal zeker gefrustreerd raken wanneer de belastingdienst dat ter discussie stelt en voortaan een verlies in de aangifte inkomstenbelasting weigert. Het voelt als vernedering en onbegrip van de situatie. Bovendien betekent een verliespost in de aangifte inkomstenbelasting soms dat er inkomstenbelasting wordt terugontvangen, en dat wordt hem of haar afgenomen. Dat kan enorm schelen. Toch kan het een valide standpunt zijn van de belastingdienst op grond van wet en jurisprudentie. De belastingwetten zijn geen subsidie-instrument voor onrendabele activiteiten. De belastingdienst moet emotioneel neutraal zijn. Maar ook de belastingdienst heeft zijn valkuilen.
Zoals we hiervóór uiteenzetten, gaat het om beoordeling van de bron van inkomen op grond van een structurele winstverwachting, met voorbijgaan aan incidentele verliezen en incidentele bijzondere omstandigheden. Niet iedereen bij de belastingdienst beseft dit, of handelt daarnaar. Het gevolg kan een véél te vlot oordeel zijn dat tot een conflict leidt. Een andere valkuil van de belastingdienst kan zijn een gebrek aan inlevingsvermogen in de omstandigheden waaronder iemand zijn of haar zelfstandig werk van de grond moet krijgen. Ook hier kan het gevolg een voorbarig en nodeloos negatief getint oordeel zijn.
Bezwaar
Wanneer je met de belastingdienst verschilt van mening over het bestaan van een bron van inkomen, heb je mogelijkheden tot verzet: bezwaar tegen een aanslag bij de belastingdienst, en daarna zelfs beroep bij de belastingrechter. De belastingplichtige èn de belastingdienst moeten daarbij goed beslagen ten ijs komen. Dat wil zeggen een betoog gebaseerd op de hierboven genoemde voorwaarden, ondersteund met concrete beschrijving van structurele en incidentele omstandigheden. Héél belangrijk: niet alléén naar cijfers over het verleden kijken, maar een goed beeld schetsen van toekomstige ontwikkelingen. Het heeft geen zin om met onhoudbare stellingen en emotionele argumenten bezwaar te maken; de belastingdienst en eventueel daarna de rechter maken daarvan gehakt. Wanneer je echt afdoende kunt betogen dat je eigen standpunt zakelijk houdbaar is, kun je in de bezwaarprocedure en in de latere beroepsprocedure schadevergoeding vragen. Je wordt er niet rijk van, maar bij succes verlaagt het de kosten van je procedure.
Verbeterde omstandigheden
Stel dat je op grond van duidelijke en structurele verliezen van de belastingdienst te horen krijgt dat die verliezen niet aftrekbaar zijn omdat er kennelijk geen bron van inkomen is. Je verzet je niet tegen dat oordeel. Maar je gaat wel door met wat je doet, want je bent er van overtuigd dat er ooit een inkomen uit voortkomt. Dat gebeurt ook. Je breekt door op de markt en je gaat verdienen. Vanaf wanneer is er dan weer een bron van inkomen? In elk geval moet je voldoen aan de hierboven genoemde voorwaarden en wel structureel. Maar je mag wel rekening houden met de verliezen die je intussen hebt geleden die voor de belastingheffing niet geaccepteerd zijn. Een rekenvoorbeeld: Stel dat je na afwijzing van de bron van inkomen de volgende jaarlijkse verliezen lijdt: 2.000; 4.000; 1.000; 6.000. En dan gaat het beter: winsten van 1.000, 4.000; 6.000; 10.000.; 9.000. Er zijn nu twee methoden om hiermee om te gaan.
1. methode Je begint pas de winst aan te geven voor de inkomstenbelasting wanneer de aanloopverliezen gecompenseerd zijn. De verliezen bedragen totaal 13.000. In het vierde winstjaar heb je die 13.000 voor het eerst overschreden. De winsten van de eerste 3 jaren geef je niet aan, want die overschrijden de aanloopverliezen nog niet. In het 4e winstjaar overschrijdt je het totale aanloopverlies met 8.000 en voor dat bedrag neem je voor het eerst de winst op in de belastingaangifte. In het 5e jaar neem je de jaarwinst van 9.000 volledig op in de aangifte inkomstenbelasting.
2. methode Vanaf het tweede winstjaar, wanneer je zeker weet dat de winst structureel zal zijn, wordt de winst in de aangifte inkomstenbelasting opgenomen, maar de eerder geleden verliezen worden afgeschreven als een soort investering. In dit rekenvoorbeeld: Het aanloopverlies is totaal 13.000, en het eerste winstjaar geeft een winst van 1.000. De aanloopinvestering is dus 12.000. Je schrijft dat bedrag af in bijvoorbeeld 4 jaar, dus met 3.000 per jaar. In het tweede winstjaar heb je een winst van 4.000, maar je schrijft af 3.000. Je geeft dan 1.000 aan in de belastingaangifte. In het derde jaar geef je 6.000 min 3.000 aan. In het 4e winstjaar geef je 10.000 min 3.000 aan en in het 5e jaar wordt dat 9.000 min 3.000. De aanloopverliezen zijn nu gecompenseerd met de eerste winsten. Beide methoden zijn acceptabel, maar kunnen evengoed tot discussie met de belastingdienst leiden. Wij durven zo'n discussie wel aan. De belangrijkste voorwaarde voor deze verrekeningsmethoden is dat je ieder jaar, ook wanneer je verlies lijdt, trouw je boekhouding bijhoudt. Alleen dàn kun je niet-aftrekbare verliezen verrekenen met latere winsten.
Bron van inkomen en omzetbelastingplicht
Voor de omzetbelastingplicht geldt maar één criterium: duurzaam deelnemen aan het economisch verkeer met prestaties waarover omzetbelasting moet worden afgedragen. Verlies lijden of winst behalen hebben daar niets mee te maken. Het is dus goed mogelijk dat je zelfs terwijl je verlies maakt en dat niet als bron van inkomen wordt gezien, je toch omzetbelasting moet afdragen of kunt terugvragen.
-
Meer Ondernemerschap
-
Dienstbetrekking naast of in de onderneming
-
Schijnzelfstandigheid
-
De Kamer van Koophandel
-
Zelfstandig ondernemerschap
-
Bijstand voor zelfstandigen
-
Resultaat uit werkzaamheden
-
Voordelen en nadelen van winst uit onderneming of resultaat uit werkzaamheden
-
Ondernemer en ww-uitkering
-
Keuze tussen ondernemerschap en resultaat uit werkzaamheden