Skip to main content

Langlopende projecten en winstspreiding

Bij langlopende opdrachten, voor bij voorbeeld een boek of een compositie of een journalistieke studie kan de auteur of componist in hoofdzaak twee soorten vergoedingen krijgen: een opdrachthonorarium voor het schrijven of componeren zelf; een vergoeding voor tijd en moeite, uitbetaald in één of enkele bedragen een licentievergoeding; een vergoeding voor het recht om het werk te mogen exploiteren, uitbetaald in de vorm van een percentage van de opbrengst van de uitgever; ook wel genoemd royalties. Beide soorten vergoedingen, het honorarium en de royalties, behoren tot de opbrengsten van de auteur of componist en zijn belast voor de inkomstenbelasting. Beide soorten vergoedingen, het honorarium en de royalties, weliswaar opbrengsten van de auteur of componist, zijn vrijgesteld voor de heffing van omzetbelasting. 

Toerekening van deze opbrengsten aan de kalenderjaren. 
Opbrengsten moeten worden toegerekend aan de kalenderjaren waarin ze ‘verdiend' zijn. Dat wordt ook wel ‘matching' van winst genoemd. Het belang daarvan is dat het genieten van winst, en ook het belasten daarvan, gelijk oploopt met de arbeidsinzet die daaraan ten grondslag ligt. Het voorkomt dat een auteur in één jaar een geweldig inkomen heeft en daarover progressief belasting betaalt, terwijl hij of zij daar jaren voor heeft gewerkt met een gemiddeld zeer laag inkomen. Onevenredige belastingheffing in het jaar van de ontvangst van de opbrengsten zou daarvan het gevolg zijn. Maar ook het verloren gaan van aftrekmogelijkheden en heffingskortingen in de magere jaren. Soms is dat ‘matchen' moeilijk. 

Winstspreiding van een honorarium 
Bij een opdrachthonorarium is winstmatching meestal eenvoudig. Het honorarium wordt verstrekt voor één werk of eventueel voor een serie. De tijd die aan het schrijven of componeren wordt besteed ligt meestal wel vast, en de opbrengst wordt verdeeld over de kalenderjaren waarin die tijd ligt. Stel dat een auteur of componist € 20.000 krijgt voor het produceren van een werk en hij of zij werkt daaraan vanaf september 2009 tot en met februari 2011. Ongeacht het moment waarop die vergoeding wordt uitbetaald wordt dan in 2009 4/18 x 20.000 belast, in 2010 12/18 x 20.000, en in 2011 2/18 x 20.000. Wanneer het honorarium in delen of voorschotten wordt uitbetaald is dat niet anders. Het tijdstip van uitbetalen doet er niet eens toe. Het totaal van de ontvangsten, inclusief de eindafrekening moet dan gespreid worden over de hele looptijd al naar gelang de tijdsbesteding. Het kan wel lastig zijn bij langlopende projecten om tussentijds de winstmatching toe te passen. Immers, met de belastingaangifte kan niet altijd gewacht worden tot een project voltooid is. Maar met gemotiveerd schatten kun je dan ook een eind komen. 

Winstspreiding van een licentievergoeding 
Hier wordt het ingewikkelder. Royalties voor een licentierecht worden meestal periodiek uitbetaald door de uitgever al naar gelang de verkopen van het werk. Ze worden vaak achteraf uitbetaald, soms over méér dan één jaar. Het meest gebruikelijke is het om deze royalties toe te rekenen aan de kalenderjaren waarin het werk verkocht is. En wat er achteraf wordt uitbetaald over ‘oude' kalenderjaren waarin de winst al vastgesteld is wordt toegerekend aan het eerstvolgende jaar waarin de winst nog niet is vastgesteld. Wanneer de uitbetalingen door de opdrachtgever lang op zich laten wachten mag voor de winstberekening de te verwachten royalty-opbrengst desnoods geschat worden. 

Winstspreiding en omzetbelasting 
Met winstspreiding heeft de verschuldigdheid van omzetbelasting niets te maken. De verschuldigdheid van omzetbelasting is altijd gekoppeld aan de factureringsplicht. Btw is verschuldigd wanneer gefactureerd is, of wanneer gefactureerd had moeten worden. Maar in dit hoofdstuk gaan we er van uit dat het gaat om diensten van auteurs, componisten of journalisten die vrijgesteld zijn van omzetbelasting. 

Auteursrechten als vermogensrecht 
Auteursrechten zijn vermogensrechten. Het gevolg daarvan is dat de in de toekomst te verwachten opbrengsten een vermogenswaarde hebben. In de gewone winstberekening en de verdeling van winst over kalenderjaren heeft dat nauwelijks gevolgen. Maar wel bij het einde van de zelfstandige praktijk, bij het inbrengen van de praktijk in een bv, bij het overlijden en bij het einde van het huwelijk. Op die momenten moet de waarde van de toekomstige royalties geschat worden, en wordt die waarde toegerekend aan de winst van het laatste jaar. Bij het einde van een huwelijksgemeenschap kan de partner van de schrijver of componist een deel van het vermogen opeisen. De waarde is dan meestal geschat op het gemiddelde van de royalty-opbrengsten in de laatste drie jaren, tenzij er concrete waardedrukkende of waardeverhogende factoren een rol spelen. Zulke concrete factoren zijn bij voorbeeld geplande heruitgaven bij boeken of het gaan uitbrengen van een cd, of de aanstaande verfilming van een werk. 

Prijzen 
Aan auteurs of componisten toegekende prijzen behoren niet tot het belastbaar inkomen: als de prijs is toegekend uit waardering voor het gehele of een belangrijk deel van het oeuvre, waarbij de auteur of componist geen extra moeite hoefde te doen om de prijs te verwerven als de prijs is toegekend voor een enkel werk door een rechtspersoon zonder winstoogmerk, zonder dat er inspanning is verricht voor het verkrijgen, en wanneer die prijs is toegekend omdat dit werk kenmerkend is voor het oeuvre Dit is een ingewikkelde formulering, tot stand gekomen in rechtspraak. De essentie is dat het verkrijgen van een prijs voor een auteur of componist doorgaans een gevolg is van diens beroep en daarom in beginsel tot belastingheffing leidt. Het is één van de mogelijke inkomensbronnen. Een prijs leidt alleen niet tot belastingheffing in het bijzondere geval dat de prijs wordt toegekend omdat de auteur of componist in de ogen van een onafhankelijke en niet-commerciële jury een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de Nederlandse cultuur.