Vrijwilligerswerk
Kostenvergoedingen voor vrijwilligerswerk worden meestal niet beschouwd als inkomen voor de vrijwilliger. Maar er zijn twee gevallen waarin kostenvergoedingen toch inkomen zijn: wanneer de vergoeding bovenmatig is, dus meer bedraagt dan de kosten zelf wanneer de vrijwilliger tegelijk zelfstandig is en het vrijwilligerswerk verband houdt met de activiteiten in de onderneming.
Toetsing van bovenmatige kostenvergoedingen
De belastingdienst kan onderzoeken of de vergoeding wel de kosten dekt of een inkomensbestanddeel bevat. Wanneer dat laatste het geval is wordt het inkomensbestanddeel belast. Bij de ontvanger van de vergoeding als inkomen, en eventueel bij de verstrekker van de vergoeding als loon voor de loonheffing. Het is een veel voorkomende illusie dat een vergoeding onbelast blijft wanneer je het maar een kostenvergoeding noemt.
Vrijwilligerswerk
Wanneer de kostenvergoeding aan een vrijwilliger minder bedraagt dan € 180 per maand en maximaal € 1.800 per jaar, zal de belastingdienst niet toetsen. (Cijfers 2022) Het moet wel vast staan dat er sprake is van vrijwilligerswerk. Dat is er wanneer er onbetaald werkzaamheden worden verricht voor een instelling met een maatschappelijk, cultureel, of politiek doel. De instelling moet daarvoor erkend zijn als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) of Sociaal Belang Behartigende Instelling (SBBI). Wanneer de vrijwilligersvergoeding de genoemde bedragen te boven gaat, wordt de vergoeding in zijn geheel toch voor de inkomstenbelasting belast. En nog een valkuil: de genoemde bedragen gelden voor alle vrijwilligersvergoedingen van alle instellingen tegelijk.
Vergoedingen aan zelfstandigen
Voor een zelfstandige is een kostenvergoeding altijd inkomen als de vergoeding is verstrekt voor werkzaamheden die enig verband houden met zijn zelfstandig beroep. De vergoeding behoort tot de winst of resultaat uit onderneming. Daar staat tegenover dat de werkelijke kosten kunnen worden afgetrokken van de winst. De zelfstandige heeft dus geen nadeel van het belasten van de vergoeding. Bijvoorbeeld: als een zelfstandig aannemer in de bouw een vergoeding krijgt voor vrijwilligerswerk voor een vluchtelingenorganisatie, dan is die vergoeding belast wanneer het werk ook maar enigszins lijkt op zijn of haar aannemerswerkzaamheden. Maar als deze bouwer taallessen geeft aan vluchtelingen, dan is de vergoeding onbelast zolang die hoogstens € 180 per maand en maximaal € 1.800 per jaar bedraagt en het inkomen per uur lager is dan € 5,00 per uur.