Omzetbelasting en beroepsonderwijs
De vrijstelling van btw op kortlopend beroepsonderwijs is gebonden aan vrij ingewikkelde regels.
De vrijstelling van omzetbelasting voor wettelijk geregeld onderwijs is niet zo ingewikkeld. Wanneer je als zelfstandige lesgeeft aan een basisschool, of aan een mbo-, vwo-, of hbo-instelling, of aan een universiteit, kun je factureren zonder omzetbelasting.
Ook het geven van kunstzinnige of muzikale vorming aan daarvoor bedoelde instellingen en muziekscholen is vrij van btw zolang het gaat om leerlingen die jonger zijn dan 21 jaar. Dat geldt ook voor het geven van privé-lessen aan jongeren dan 21 jaar.
Kunstzinnige vorming aan 21-jarigen en ouderen is belast met 21% omzetbelasting.
Criteria voor btw-vrijstelling op kortlopend beroepsonderwijs
Opleidingen voor (toekomstige) beroepsuitoefenaren zijn alléén vrijgesteld van omzetbelasting wanneer:
- de opleiding wordt verzorgd door een onderwijsinstelling die is opgenomen in het ‘Centraal Register Kort Beroepsonderwijs'
- of door instellingen die werkzaam zijn in wettelijk geregeld onderwijs (WHW of WEB)
- of wanneer ze worden uitgevoerd door zelfstandige opleiders die zijn ingehuurd door die onderwijsinstellingen
Voor onze cliënten die zelfstandig opleidingen verzorgen is zijn deze regels van wezenlijk belang.
Gevolgen
Het gevolg van de wetswijzigingen is dat er voor zelfstandige opleiders vanaf 1 juli 2010 in beginsel geen vrijstelling meer is van omzetbelasting op de door hen gegeven trainingen, opleidingen en cursussen. Je zult dan je honorarium met 21% omzetbelasting moeten verhogen. Die regel gold al voor cursussen die voor persoonlijke doeleinden worden gegeven. Nu dus ook voor opleidingen voor een (toekomstig) beroep.
Daarop geldt een belangrijke uitzondering. Wanneer je als zelfstandig opleider bent opgenomen in het Centraal Register voor Kortlopend Beroepsonderwijs, en wordt ingehuurd om een beroepsgerichte cursus te geven, mag je daarvoor toch de onderwijsvrijstelling gebruiken.
Wanneer je verwacht dat je met jouw opleidingen voornamelijk werkt voor personen of instellingen die niet btw-plichtig zijn, is het aan te bevelen dat je je aanmeldt bij dat Centraal Register voor Kortlopend Beroepsonderwijs. Het voordeel is dan dat je zonder btw je cursus kunt declareren.
Wanneer je niet geregistreerd bent als zelfstandig opleider mag je je opleidingen alléén maar declareren met 21% omzetbelasting.
Je kunt in dat register worden opgenomen onder twee mogelijke titels:
- òfwel als onderwijsinstelling
- òfwel als zelfstandige opleider die wordt ingehuurd door onderwijsinstellingen
De inschrijvingsvoorwaarden en vooral de kosten van inschrijven verschillen sterk van elkaar.
Wanneer je vooral opleidingen geeft voor btw-plichtige opdrachtgevers, is registratie niet per se nodig. Je blijft dan gewoon met 21% btw factureren. De opdrachtgevers krijgen die btw toch wel terug. Registratie is wel het overwegen waard wanneer je vooral voor zorg- en onderwijsinstellingen opleidingen verzorgt, of voor de politie bij voorbeeld. Die zijn immers niet btw-plichtig en de door jou in rekening gebrachte btw verhoogt hun kosten. Je hebt dan bijna geen andere keus dan de btw-afdracht voor eigen rekening te nemen. Dat kost je 21/121 van je honorarium, tenzij je in onderhandeling er in slaagt je honorarium te verhogen.
Is dat register voor alle opleiders?
In beginsel is het toegankelijk voor alle opleidingsinstituten en voor zelfstandige opleiders die in onderaanneming voor geregistreerde opleidingsinstituten werken. Je kunt er voor kiezen om je wel of niet in te schrijven.
Wanneer je je wilt inschrijven moet je over aantoonbare kwalificaties voldoen. Die worden vastgesteld door middel van een "audit". In behoorlijk nederlands: een toetsing. De uitgangspunten bij die toetsing zijn: zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
De kosten voor registratie zijn voor zelfstandige opleiders die in onderaanneming voor andere instituten werken: € 100 voor de eerste aanmelding; € 10 voor inschrijving en € 90 voor de toetsing. Daarnaast een jaarlijkse bijdrage van € 15. De toetsing wordt éénmaal per 4 jaar uitgevoerd. De genoemde bedragen zijn exclusief omzetbelasting.
De kosten voor registratie zijn voor onderwijsinstellingen: € 100 voor de eerste aanmelding; € 100 voor inschrijving en € 650 voor de toetsing. Daarnaast een jaarlijkse bijdrage van € 55. De toetsing wordt éénmaal per 4 jaar uitgevoerd. De hertoetsing kost € 500. De genoemde bedragen zijn exclusief omzetbelasting.
Je hoeft de toetsing niet te ondergaan wanneer je een PO-, VO- MBO- of PHBO-lesbevoegdheid hebt. Je kunt over de toelatingseisen méér lezen onder https://www.crkbo.nl/Faq/Docenten
Voor welke opleiders is het register niet bedoeld?
Het register is niet bedoeld voor zelfstandigen die onderwijs geven aan instellingen voor wettelijk geregeld onderwijs. Dat zijn bijvoorbeeld basissscholen of scholen voor voortgezet, hbo- of universitair onderwijs. Daarvoor geldt toch al de gewone onderwijsvrijstelling voor wettelijk geregeld onderwijs.
Ook is het register niet bedoeld voor zelfstandige opleiders die vrijetijdscursussen geven. Die zijn toch al belast met 21% btw.
Het register is niet bedoeld voor docenten of kunstzinnige en muzikale vorming verstrekken aan leerlingen die jonger zijn dan 21 jaar. Daarvoor geldt dezelfde onderwijsvrijstelling als die voor het wettelijk geregeld onderwijs.
Tenslotte geldt het register ook niet voor activiteiten die niet zozeer onderwijs zijn maar eerder liggen op het terrein van coaching en advisering. Daarvoor gold toch al dat ze belast zijn met 21% btw.
Voor wie is het Register dan wel bedoeld?
Het Register Kortlopend Beroepsonderwijs is bedoeld voor zelfstandige opleiders die in onderaanneming bij een eveneens geregisteerde opleidingsinstelling hun opleiding aanbieden. Deze opleiders kunnen geregistreerd worden na een lichte toetsing, die niet zo heel erg duur is (zie hierboven).
Het register is ook bedoeld voor opleiders die zelfstandig hun trainingen aanbieden, zonder tussenkomst van een andere opleidingsinstelling. Die opleiders moeten zich dan wel aanmelden bij het register als opleidingsinstelling en worden mogelijk toegelaten na een zware toetsing, die véél duurder is (zie hierboven).
Wat nu als je zowel wordt ingehuurd, alsook zelfstandig training aanbiedt?
Je krijgt geen vrijstelling van btw als je zelfstandig opleidingen voor kortlopend beroepsonderwijs aanbiedt. Wanneer je opleidingen, èn als zelfstandige aanbieder, èn als inhuurkracht bij een opleidingsinstituut aanbiedt, kun je een probleem hebben. Immers, de huidige opvattingen over deze wetswijzigingen zijn dat je ofwel moet kiezen voor inschrijving in het register als onderaannemer, ofwel inschrijving als onderwijsinstelling, ofwel zelfstandig je opleidingen aanbiedt zonder inschrijving.
In de eerste twee gevallen mag je je honorarium vrijgesteld van btw declareren; in het tweede geval moet je 21% btw factureren en afdragen.
Je mag niet naast elkaar je laten inhuren vrijgesteld van btw èn zelfstandig opleidingen aanbieden mèt btw. Je verliest dan de inschrijving in het register en je zult belast worden voor alle opbrengsten uit opleidingen voor beroepsonderwijs. Misschien zelfs wel met terugwerkende kracht.
Dit zijn de huidige opvattingen bij het ingaan van de wet. De gevolgen zijn zo wanstaltig dat het niet uitgesloten is dat deze opvattingen later veranderen. Maar nu hebben we geen andere boodschap.
Wat bij ons tot extra zorg leidt is dat veel zelfstandige opleiders niet werkelijk de keus hebben tussen inhuur of echt zelfstandig werken. Veel opdrachtgevers laten liever een dure geregistreerde instelling de opleiding verzorgen, dan een kwalitatief betere en goedkopere zelfstandige opleider in te schakelen.
Eén van de mogelijke oplossingen voor naast elkaar mèt btw en zonder btw factureren
Er wordt soms geadviseerd om als oplossing voor dit probleem twee ondernemingen naast elkaar te hebben. Een praktijk als opleider voor kortlopend beroepsonderwijs, en daarnaast een praktijk voor cursussen en trainigen die belast zijn met btw.
Twee ondernemingen hebben mag op zichzelf. Wanneer je dat doet om met een rare wettelijke regel om te gaan is dat niet per se frauduleus, maar het is wel de vraag of de belastingdienst het accepteert.
Praktisch betekent het dat je onder twee namen bij de kamer van koophandel staat ingeschreven. Ook al mag je méér dan één onderneming hebben; de inschrijving bij de kamer van koophandel lukt je met de grootst mogelijk moeite. Je moet je vervolgens ook twee maal aanmelden bij de belastingdienst. Voor de ene onderneming meld je je als belastingplichtig voor de btw. Voor de tweede onderneming meld je dan als opleider, vrijgesteld van btw. Onder de naam van deze tweede onderneming laat je je inschrijven in het Centraal Register voor Kortlopend Onderwijs.
Wanneer je al bij de belastingdienst bekend bent als omzetbelastingplichtig ondernemer, betekent dit dat je met een andere bedrijfsnaam en bedrijfsomschrijving de inschrijving doet bij de kamer van koophandel. Vervolgens vul je het startersformulier in voor de belastingdienst en daarop vul je geheel naar waarheid dat je opleidingen geeft die vrijgesteld zijn voor de omzetbelasting.
Deze constructie is in elk geval toegestaan als de ene onderneming een éénpersoonsonderneming is, en de andere onderneming is een BV of een VOF samen met iemand anders. Discussie kan ontstaan wanneer beide ondernemingen éénpersoonsondernemingen zijn. Door medewerkers van het Centraal Register wordt deze oplossing (mondeling) aanbevolen.
Wij hebben wat twijfels bij deze oplossing wanneer het gaat om twee éénpersoonsondernemingen naast elkaar. Het is nog de vraag of dit in strijd is met de fiscale bepalingen over de onderwijsvrijstellingen. Het lijkt eerder in strijd te zijn met de regels voor de inschrijving in het Centraal register. Het effect kan hetzelfde zijn: verlies je daardoor de inschrijving, dan verlies je ook de vrijstelling van omzetbelastingplicht.
Wanneer je deze oplossing toepast zul je in elk geval twee zéér afzonderlijke en goede boekhoudingen moeten voeren. Vooral de kosten moet je telkens goed splitsen over beide ondernemingen omdat in de ene onderneming de btw op kosten niet mag worden teruggevorderd en in de andere juist wel. Je bereikt daardoor in elk geval dat de schatkist niet wordt benadeeld. Er is dan minder reden voor de belastingdienst om bezwaar te maken tegen de creatieve wijze waarop je je beroep uitoefent. Je ontgaat dan geen belasting, maar hoogstens de idiotie van de regelgeving.
We zijn dus zeer huiverig om deze oplossing in overweging te geven en kunnen geen garantie geven voor de houdbaarheid. We hopen eerder dat deze oplossing ook werkelijk toegestaan wordt.
Een tweede mogelijke oplossing voor naast elkaar mèt btw en zonder btw factureren
Deze oplossing is er alléén voor opleiders die zowel trainingen als coaching verzorgen.
Training en coaching zijn verschillende benaderingen bij het ondersteunen van de ontwikkeling van mensen. Bij training of opleiding gaat het primair om het overdragen van kennis en vaardigheden. Coaching is te beschouwen als het begeleiden van mensen in hun keuzes, hun strategie, hun gedrag en in de effectiviteit van hun handelen. Training kan onder de onderwijsvrijstelling voor de btw vallen; coaching niet.
In de praktijk liggen coaching en training dicht bij elkaar, en worden soms ook gecombineerd aangeboden. Dat biedt de mogelijkheid om je trainingsactiviteiten aan te bieden met vrijstelling van btw, nadat je je hebt laten inschrijven in het Register. De coaching moet je nog steeds aanbieden mèt 21% btw. Daarvoor hoef je niet twee ondernemingen te hebben. Je hebt dan gewoon méér dan één activiteit binnen één praktijk.
Het is heel goed mogelijk dat je de activiteiten die je belast wilt aanbieden, als coaching omschrijft. Dat moet wèl werkelijkheidsgehalte hebben. Zomaar een training aanbieden als coaching raden wij af. Maar wanneer een activiteit zowel een coachingskarakter heeft èn het karakter van overdracht van kennis en ervaring, heb je nog wat bewegingsvrijheid in de keuze tussen belast of vrijgesteld aanbieden. Maar nogmaals: ga hier niet lichtzinning mee om.
Is verhoging van de prijs met 21% altijd erg?
Soms is de verhoging van je prijs met 21% omzetbelasting vervelend, namelijk wanneer je een opleiding verstrekt aan beroepsuitoefenaren die niet omzetbelastingplichtig zijn. Die kunnen dan namelijk de omzetbelasting niet terugvorderen. Hun kosten worden daardoor 21% hoger. Dat kan er toe leiden dat je onder druk gezet wordt om je prijs te handhaven, waardoor je zelf de btw van 21% voor je rekening moet nemen.
Wanneer je echter een opleiding geeft aan beroepsuitoefenaren die wèl omzetbelastingplichtig zijn, is er eigenlijk niets aan de hand. Immers, die kunnen de door jou in rekening gebrachte omzetbelasting terugvorderen bij de belastingdienst.
Een tweede aspect is dat, wanneer je je prijs met 21% omzetbelasting moet verhogen, je doorgaans nog steeds goedkoper bent dan de grote instelling die zonder omzetbelasting mag factureren. Bovendien ben je als zelfstandig opleider misschien wel beter en deskundiger dan iemand van een trainingsfabriek. Dat klinkt geruststellend, maar we verwachten aan de andere kant dat veel opdrachtgevers toch liever iemand voor méér geld inhuren via een geregistreerde instelling, dan een goedkopere zelfstandige met méér deskundigheid en ervaring. Het enige dat je daar tegenover kun stellen is een goede acquisitie en het goed onderhouden van je contacten bij opdrachtgevers.
Conclusies
Je kunt straks in hoofdzaak drie wegen bewandelen:
- Ofwel je probeert je in te schrijven in het register en de toetsing te doorstaan, en als dat lukt maak je in de toekomst gebruik van de onderwijsvrijstelling voor de btw. Hierbij zijn nog twee mogelijkheden: inschrijving als onderaannemer voor een onderwijsinstelling en inschrijving als onderwijsinstelling. In beide gevallen moet je getoetst worden met een lichte toetsing of een zware toetsing. Wanneer je daarnaast ook nog zelfstandig opleidingen aanbiedt met 21% omzetbelasting, moeten alle opleidingen met 21% btw gefactureerd worden en is je inschrijving in het register waardeloos.
- Ofwel je gaat gewoon omzetbelasting tegen het 21%-tarief afdragen nadat je die aan je opdrachtgevers in rekening hebt gebracht.
- Ofwel je maakt gebruik van de twee tussenoplossingen die we hierboven gaven, n.l. het hebben van twee ondernemingen naast elkaar, of het maken van onderscheid tussen training en coaching. De eerste oplossing is echter discutabel; de tweede is veel reëler, mits die in overeenstemming is met de werkelijkheid.
Wat nu wanneer je je niet kunt laten registreren, of wanneer je zonder tussenkomst van een geregistreerde onderwijsinstelling je opleiding wilt aanbieden?
- Ga in je kring van opdrachtgevers na wie omzetbelastingplichtig is en wie niet (vraag daar gewoon naar).
- Stel iedere bestaande opdrachtgever op de hoogte van de verandering in de btw op beroepsonderwijs en overleg over de gevolgen voor de hoogte van de factuur.
- Omdat de gevolgen voor iedere opdrachtgever anders kunnen zijn (afhankelijk van of ze wel of niet omzetbelastingplichtig zijn) kun je dat het best één op één doen. Algemene brieven met een ingewikkelde problematiek brengen zelden duidelijkheid.
- Bij toekomstige opdrachtgevers moet je absoluut duidelijk zijn over je prijsstelling: exclusief btw of inclusief btw. Dus ook bij toekomstige opdrachtgevers moet je altijd eerst informeren naar hun status voor de omzetbelasting vóórdat je een offerte uitbrengt.
Terugvragen van omzetbelasting op kosten
Of je wel of niet omzetbelastingplichtig bent heeft ook gevolgen voor het recht op terugvordering van omzetbelasting op je kosten. Ben je vrijgesteld, heb je dat recht niet. Ben je niet vrijgesteld, dan mag je alle omzetbelasting op je kosten terugvragen.
Vallen werkzaamheden als trainingsacteur ook onder de vrijstelling voor onderwijs?
Nee. Acteursoptredens in trainingen zijn onderwijsondersteunende activiteiten. Die moeten met ingang van juli 2012 met 6% btw worden gefactureerd. De vrijstelling geldt daarvoor niet. We weten dat sommige onderwijsinstellingen van trainingsacteurs vragen om hun werkzaamheden te factureren als co-trainer, om zo bevrijd te worden van die 21% extra kosten. Ga daar niet op in. De belastingdienst gaat er niet mee akkoord. Andersluidende mededelingen door opleidingsinstituten zijn vals. Maar daarop kun je je niet beroepen wanneer de belastingdienst niet akkoord gaat met een door jou onterecht toegepaste onderwijsvrijstelling.
Méér hierover onder: Geef je nu training of iets anders?
-
Meer Scholing, training en onderwijs
-
Omzetbelasting en taalonderwijs
-
Geef je nu training of iets anders?
-
Het geven van training en onderwijs