De zakelijke auto die ook voor privé-doeleinden wordt gebruikt
Wanneer een auto tot het bedrijfsvermogen wordt gerekend mogen alle autokosten als bedrijfskosten worden geboekt. Dat wil zeggen: brandstof, onderhoud, reparatie, tolgelden en veergelden, verzekering, motorrijtuigenbelasting en parkeergelden. Alléén verkeersboetes mogen nooit als kosten worden beschouwd. Daarop moet vervolgens een correctie worden toegepast voor het privégebruik. Die correctie wordt uitgedrukt in een percentage van de oorspronkelijke catalogusprijs van de auto. De catalogusprijs is de nieuwprijs inclusief omzetbelasting van de auto, inclusief alle accessoires die zijn mee gekocht. Deze correctie voor privégebruik wordt ook wel de bijtelling genoemd, omdat met het bedrag van de correctie het belastbaar inkomen wordt verhoogd. Die correctie geldt altijd voor een auto die tot het bedrijfsvermogen wordt gerekend, tenzij door middel van een sluitende kilometeradministratie wordt aangetoond dat het privégebruik minder dan 500 km per jaar is. Deze bewijslast is zwaar. De kilometeradministratie moet in dat geval absoluut betrouwbaar zijn en getoetst kunnen worden aan kilometerstanden. Wanneer de auto niet het gehele kalenderjaar tot het bedrijfsvermogen behoort wordt het kilometrage van de maanden waarin dat wel het geval was geëxtrapoleerd naar een jaarkilometrage.
De correctie voor privégebruik in de inkomstenbelasting
De regels voor het privégebruik zijn tamelijk omvangrijk en wisselen nagenoeg jaarlijks. Het is daarom verstandig om in het jaar dat je een auto wil gaan kopen exact te bekijken met welke bijtelling je geconfronteerd zou worden.
Beperking van de correctie voor privégebruik
De correctie voor privégebruik bedraagt nooit méér dan de autokosten zelf. Dat is vooral van belang bij tweedehands auto's waarvan de afschrijving erg laag is of zelfs € 0 omdat de restwaarde al bereikt is. Stel dat de totale autokosten slechts € 4.500 zijn geweest bij het ontbreken van afschrijvingskosten, en de catalogusprijs van de auto was ooit € 20.000. Dan bedraagt de correctie voor privégebruik 25% over € 20.000 ofwel in principe € 5.000. Dat is echter méér dan de werkelijke autokosten, en daarom blijft de correctie beperkt tot € 4.500. Het resultaat is dat per saldo géén autokosten ten laste van de winst worden gebracht. In zo'n geval is het onverstandig om de auto tot het bedrijfsvermogen te rekenen. Er zou een aftrekpost uitkomen wanneer de kosten waren berekend op basis van € 0,19 per zakelijk gereden kilometer. Dat mag echter alleen wanneer je al bij de aanschaf van de auto ervoor gekozen had om de auto tot het privévermogen te rekenen. Daarom is het van belang om bij de aanschaf van de auto eerst goed te schatten hoe het toekomstig gebruik van de auto zal zijn.
Investeringsaftrek voor auto's
Investeringen in het bedrijfsvermogen worden in het belastingstelsel vaak fiscaal beloond met investeringsaftrek. Investeringsaftrek is een bedrag dat je van het belastbaar inkomen mag aftrekken wanneer je in het jaar voor méér dan € 2.300 hebt geïnvesteerd in bedrijfsmiddelen. De aftrek is een percentage van het investeringsbedrag exclusief omzetbelasting. Het percentage is 28%. Investeringsaftrek geldt voor bestelauto's en niet meer voor personenauto's.