Wat is een bestelauto?
Een belangrijke vraag hierbij is of de auto een raam heeft of niet.
Dit lijkt een gekke vraag, maar voor belastingregels toch erg belangrijk. Wat is een bestelauto? De fiscale definitie van een bestelauto is wat ingewikkeld. Dat komt vooral door het voortdurende kat- en muisspel tussen de overheid en de autohandel waarbij de overheid telkens nieuwe regels moest verzinnen om ervoor te zorgen dat een gewone personenauto niet als een fiscaal aantrekkelijker bestelauto door het leven kon gaan. Een bestelauto is een motorrijtuig met een laadruimte die in zijn geheel is voorzien van een vlakke laadvloer. Deze laadvloer moet echter ook nog aan diverse afmetingseisen voldoen. Hij moet bijvoorbeeld minstens 200 cm lang zijn en over minstens 200 cm van de lengte en minstens 20 cm van de breedte een hoogte van minstens 130 cm hebben. Ook zijn er gedetailleerde regels voor de afscheiding tussen de laadruimte en de cabine van de bestuurder, evenals gedetailleerde regels voor de rechter-zijruit in de laadruimte. Een bestelauto wordt bovendien toch beschouwd als personenauto in één of meer van de volgende gevallen:
- als de bestelauto een zitruimte achter de bestuurder heeft als het gebruik van de bestelauto niet samenhangt met het werk als de bestelauto niet is bedoeld voor goederenvervoer
- als de bestelauto naast het woon-werkverkeer voor méér dan 10.000 kilometer in privé wordt gebruikt
Bij een bestelauto die door de werkgever ter beschikking is gesteld, geldt tenslotte dat de werknemer een werkgeversverklaring moet kunnen overleggen waarin staat dat bovenstaande situaties niet gelden.
Waarom die vraag?
Er zijn fiscale regelingen voor het gebruik van bestelauto's om oneigenlijk voordeel voor particulieren te beperken. Het voordeel, dat alleen maar voor zelfstandige ondernemers of beroepsuitoefenaren beschikbaar is, is dat de aanschafprijs van de bestelauto lager is omdat voor de BPM (Belasting Personenauto's en Motorrijwielen) een vrijstelling geldt.
Ondernemerschap, Wie is nu ondernemer?
Dat zijn in dit geval de personen die voldoen aan de criteria die voor de omzetbelasting worden gesteld aan het ondernemerschap. Die criteria zijn samen te vatten als: duurzaam deelnemen aan het economisch verkeer. In de praktijk betekent dit dat ieder die voor de inkomstenbelasting of voor de omzetbelasting als ondernemer is geaccepteerd daaraan voldoet. Ook wie niet winst uit onderneming geniet maar resultaat uit werkzaamheden wordt hier als ondernemer beschouwd.
Vrijstelling van omzetbelasting
Het vrijgesteld zijn van omzetbelasting is geen beletsel voor de vrijstelling van BPM. Ook een ondernemer die vrijgestelde prestaties verricht is in beginsel omzetbelastingplichtig, zij het dan dat de prestaties vrijgesteld zijn. Echter, zelfstandigen die alléén maar vrijgestelde prestaties verrichten hebben vaak geen omzetbelasting-identificatienummer (of: btw-nummer). Dat geldt bij voorbeeld voor hen die structureel in het onderwijs of in de gezondheidszorg ondernemen. Dat kan tot gevolg hebben dat het krijgen van vrijstelling van BPM lastiger en trager zal verlopen. Een principieel verschil met omzetbelastingplichtige zelfstandigen is er echter niet.
Méér dan bijkomstig gebruik van de bestelauto in de onderneming
Een extra criterium is dat het gebruik van de bestelauto in de onderneming 'méér dan bijkomstig' is. Wat beschouwd moet worden als bijkomstig of méér dan bijkomstig zal in de rechtspraak nog uitgebreid aan de orde komen. We gaan er nu vanuit dat een zakelijk gebruik van méér dan 10% aan dit criterium voldoet. Vooral bij startende ondernemers is het lastig om aan de bewijslast voor méér dan bijkomstig gebruik te voldoen. Een behoorlijke kilometeradministratie is daarbij in elk geval vereist.
Auto 'op de zaak' ?
Het begrip auto 'op de zaak' betekent niets. Het enige wat hier telt is of je de auto meer dan bijkomstig in de onderneming gebruikt. Wel is het van belang dat het kentekenbewijs van de bestelauto op naam van de ondernemer staat. Immers, de teruggave van BPM wordt uitsluitend verstrekt aan de houder van het kentekenbewijs, en die moet dus als ondernemer worden geaccepteerd. Het kan dus van belang zijn dat de naam waarop de auto geregistreerd staat gelijkluidend is aan de naam waaronder je voor de heffing van omzetbelasting bekend staat bij de belastingdienst.
De verrekening van de BPM
Je betaalt de BPM niet bij levering van de auto, maar aan de belastingdienst. Alleen wanneer je de bestelauto méér dan bijkomstig gebruikt in het kader van je onderneming, krijg je vrijstelling van BPM. Wanneer aan de eis van het ondernemerschap en aan de eis van het méér dan bijkomstig gebruik binnen 5 jaar na de aankoop niet meer wordt voldaan, dan moet de BPM gedeeltelijk worden terugbetaald. Dat moet ook wanneer de auto binnen die 5 jaar wordt verkocht aan een particulier of wanneer binnen 5 jaar de onderneming wordt beëindigd.
Anti-misbruikbepalingen
Wanneer de vrijstelling van BPM ten onrechte wordt gevraagd, of wanneer er niet wordt terugbetaald wanneer dat zou moeten, geldt een boete.