Oninbaarheid en winstberekening
Een oninbare vordering is een verlies. Dat verlaagt de winst uit onderneming. Hoe groot is dat verlies? Het verlies op een oninbare vordering is zo groot als het bedrag exclusief de omzetbelasting, voor zover je de vordering niet hebt ontvangen. Een voorbeeld: Stel, je hebt een factuur uitgeschreven voor € 2.000 plus € 420 omzetbelasting. Je vordering is dus € 2.420. Wanneer deze factuur niet inbaar blijkt te zijn is je verlies € 2.000. De omzetbelasting die je inmiddels hebt afgedragen krijg je na enige tijd terug. Een tweede voorbeeld: Stel, je schuldenaar betaalt € 700 op deze vordering en hij of zij laat het verder afweten. De resterende vordering is dan € 1.720 inclusief omzetbelasting. Dat is exclusief omzetbelasting 100/121 X € 1.720 ofwel € 1.422. Je verlies is nu deze € 1.422. Je mag nu omzetbelasting terugvragen voor een bedrag van € 298.
Wanneer weet je dat er een verlies is?
Vaak weet je dat omdat je de persoon kent, er mee gecorrespondeerd hebt, of via anderen. Maar soms ook niet. En wanneer je je schuldenaar toch kent weet je ook niet altijd zeker of er misschien toch nog betaald zal worden. Voor de winstberekening hoef je het ook niet zeker te weten. Wanneer je kunt motiveren dat de kans erg groot is dat de vordering niet wordt betaald mag je het verlies als zodanig boeken. Dat wil zeggen, het wordt dan als kosten ten laste van de winst gebracht in de verlies- en winstrekening van je onderneming.
In welk jaar?
Je mag met het verlies rekening houden wanneer je op het moment dat de balans wordt opgemaakt redelijkerwijs kunt vermoeden dat de kans groot is dat de vordering niet wordt betaald. Echter mits de omstandigheden waardoor niet betaald wordt zich ook voordeden op de balansdatum van 31 december. Een voorbeeld: Stel dat de jaarrekening over 2017 opgemaakt wordt in mei 2018. In die maand mei kom je tot de conclusie dat een vordering uit 2017 vermoedelijk niet betaald wordt. Je constateert dus voor jezelf een verlies. Wanneer de reden voor niet-betaling ligt in 2017 mag je het verlies al boeken in 2017. Maar hoe kom je er nu achter dat de reden voor niet-betaling ligt in 2017 of in 2018? Als in 2017 de schuldenaar al traag was of niet reageerde op herinneringen mag je er van uitgaan dat de reden (onwil of overmacht) lag in 2017. Wanneer je weet dat de schuldenaar pas in 2018 in de problemen kwam is het jaar waarin het verlies ontstaat het jaar 2018. In de praktijk is deze vraag zelden moeilijk te beantwoorden.
Wat betekent dit voor de boekhouding?
In de boekhouding komt je factuur gewoon voor als opbrengst en als openstaande vordering. Pas bij het opmaken van de jaarrekening wordt een boeking gedaan die er toe leidt dat het verlies verwerkt wordt. We adviseren je in elk geval om niet in je eigen boekhouding alvast de vordering af te boeken. Doe dat liever in samenspraak met ons.
Verlies ik mijn rechten wanneer ik een vordering als oninbaar beschouw?
Nee, ook al beschouw je zelf de vordering als oninbaar, dan houdt je je volledige rechten op inning. Bovendien, je schuldenaar komt het niet te weten wat jij met de vordering op hem of haar doet in je jaarrekening. Ook de belastingdienst geeft hierover geen gegevens door aan je schuldenaar. Sterker nog, wanneer de belastingdienst weet dat de schuldenaar eigenlijk geld genoeg heeft om jou te betalen, terwijl je zelf rekening houdt met verlies, mag de belastingdienst daar niets mee doen.